Leerdoelen hoofdstuk 3 De Tweede Wereldoorlog - Leerdoelen De Tweede Wereldoorlog Ik kan de - Studeersnel (2024)

Onderwerp

Vak

School

Cartesius Lyceum

Boek in lijstGeschiedenis werkplaats

Geüpload door:

Aanbevolen voor jou

• 3Historische context Britse rijkGeschiedenisSamenvattingen100% (25)
• 5Geschiedenis H3 2de wereldoorlog (VWO 3)GeschiedenisSamenvattingen100% (8)
• 6Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 VWO 3GeschiedenisSamenvattingen90% (21)
• 5Geschiedenis 3vwo H4 Koude oorlogGeschiedenisSamenvattingen90% (21)
• 4Geschiedenis pwwGeschiedenisSamenvattingen100% (5)

Reacties

Leerdoelen De Tweede Wereldoorlog

1. Ik kan de belangrijkste landen van de Tweede Wereldoorlog verdelen in de twee bondgenootschappen; Geallieerden en de As-mogendheden Geallieerden De Geallieerden waren de landen die tegen de As-mogendheden vochten. De belangrijkste Geallieerde landen waren: Verenigde Staten Sovjet-Unie Verenigd Koninkrijk China Frankrijk As- Mogenheden Duitsland Italië Japan
2. Ik kan verschillende indirecte oorzaken van de Tweede Wereldoorlog uitleggen en met elkaar in verband brengen.
3. Indirecte oorzaken van de Tweede Wereldoorlog Economische depressie: De wereldwijde economische crisis van de jaren 1930veroorzaakte instabiliteit en versterkte nationalistische gevoelens. Verdrag van Versailles: De strenge voorwaarden van het Verdrag van Versailles nade Eerste Wereldoorlog leidden tot wrok in Duitsland en creëerden devoedingsbodem voor opkomend nazisme. Falende internationale samenwerking: Gebrek aan effectieve samenwerking, zoalsbij de Volkenbond, maakte het moeilijk om agressieve regimes te stoppen.
4. Directe oorzaak van de Tweede WereldoorlogDe directe oorzaak van de Tweede Wereldoorlog was de Duitse invasie van Polen op 1september 1939, gevolgd door de oorlogsverklaringen van Frankrijk en het VerenigdKoninkrijk aan Duitsland.
5. Mislukking van de appeasem*ntpolitiek van ChamberlainDe appeasem*ntpolitiek van Chamberlain mislukte omdat het toegeven aan de eisen vanHitler, zoals bij de annexatie van Sudetenland, zijn agressie niet beteugelde, maar eerderaanmoedigde. Het gebrek aan daadkracht versterkte Hitlers overtuiging dat hij kon doorgaanmet zijn expansie zonder ernstige consequenties.

Deel 2 paragraaf 1 1. Ik kan onderscheiden tussen structurele -en incidentele oorzaken.

1. Structurele en incidentele oorzaken onderscheidenStructurele oorzaken:  Verdrag van Versailles: Zorgde voor Duitse wrok en economische problemen.  Grote Depressie: Versterkte politieke instabiliteit en extremisme.  Nationalisme en revanchisme: Leidde tot agressieve buitenlandse politiek.Incidentele oorzaken:  Invasie van Polen (1939): Directe aanleiding voor de oorlog.  Anschluss en Sudetenland-crisis (1938): Escaleerde Europese spanningen.

   2. Ik kan de oorlog tussen de Sovjet-Unie en Nazi-Duitsland beschrijven, metbenoeming van de Operatie Barbarossa en de Slag om Stalingrad.Operatie Barbarossa:  Datum: 22 juni 1941.  Beschrijving: Duitse invasie van de Sovjet-Unie.  Uitkomst: Aanvankelijke successen, maar gestopt door Sovjet-tegenaanvallen enwinter.Slag om Stalingrad:  Datum: 23 augustus 1942 – 2 februari 1943.  Beschrijving: Bloedige strijd om Stalingrad.  Uitkomst: Sovjet-overwinning, keerpunt in de oorlog aan het oostfront.
   3. Ik kan de betrokkenheid van de VS aan het westfront beschrijven, metbenoeming van de Slag om Normandië en D-Day.D-Day en de Slag om Normandië:  Datum: 6 juni 1944.  Beschrijving: Geallieerde invasie van Normandië.  Uitkomst: Vestiging van een bruggenhoofd, bevrijding van West-Europa.
   4. Ik kan structurele -en incidentele oorzaken van de Duitse -en Italiaansenederlaag uitleggen.Structurele oorzaken:  Economische uitputting: Door langdurige oorlogsinspanningen.  Strategische fouten: Te veel fronten tegelijk.  Geallieerde superioriteit: Vooral door de VS en de Sovjet-Unie.

2. Ik kan redeneren over de Nederlandse bijdrage aan de Holocaust en in hoeverre er sprake was van verzet. Daarbij kan ik ook mijn eigen standpunten innemen en ondersteunen met argumenten.Bijdrage aan de Holocaust: Samenwerking met de bezetter: Nederlandse ambtenaren en politie werkten meeaan de registratie en deportatie van Joden. Weinig georganiseerd verzet: In het begin was er weinig georganiseerd verzettegen de Jodenvervolging, wat bijdroeg aan het hoge percentage gedeporteerdeJoden (ongeveer 75%).Verzet: Onderduiken en hulp: Ondanks de samenwerking, hielpen veel Nederlanders Jodente onderduiken en verzorgden valse papieren. Gewapend verzet: Verzetsgroepen voerden aanslagen uit en probeerdendeportaties te verstoren.Eigen standpunt: De Nederlandse bijdrage aan de Holocaust was significant vanwege demedewerking van sommige overheidsinstellingen en het aanvankelijke gebrek aangeorganiseerd verzet. Echter, het moedige verzet van veel individuen en groepen verdienterkenning, omdat zij ondanks grote risico's veel levens hebben gered.

3. Ik kan beschrijven op welke manier Nederland bevrijd werd van de Duitse bezetting,met benoeming van de Operatie Market Garden.Bevrijding van Nederland: Operatie Market Garden (september 1944): Een geallieerde operatie gericht op hetveroveren van bruggen in Nederland om een snelle opmars naar Duitsland mogelijkte maken. Ondanks het initiële succes, mislukte de operatie bij Arnhem, wat leidde toteen vertraagde bevrijding. Bevrijding door geallieerde troepen: Het zuiden van Nederland werd in 1944bevrijd, terwijl het noorden en westen pas in het voorjaar van 1945 werden bevrijd nazware gevechten en de Hongerwinter.Door deze gebeurtenissen werd Nederland uiteindelijk bevrijd van de Duitse bezetting.

4. De Holocaust

5. Wanneer is er sprake van genocide?Genocide is de systematische en opzettelijke vernietiging van een etnische, nationale,raciale of religieuze groep. Het omvat massamoord, het toebrengen van ernstige lichamelijkeof geestelijke schade, en maatregelen om geboortes binnen de groep te voorkomen.

6. De Holocaust en de ideologie van de Nazi’s De Holocaust was nauw verbonden met denazi-ideologie, waaronder:  Rassenleer: De overtuiging dat het Arische ras superieur was en andere rassen,zoals Joden, inferieur en een bedreiging vormden.  Antisemitisme: Diepgewortelde haat tegen Joden, wat leidde tot hun uitsluiting,vervolging en massale vernietiging.  Eugenetica: Het streven naar een 'zuiver' ras door middel van selectievevoortplanting en uitroeiing van 'ongewenste' groepen.

7. Gevolgen van de Holocaust _ betekent moord op joden tijdens de TweedeWereldoorlogKorte termijn:Miljoenen slachtoffers: Ongeveer zes miljoen Joden en miljoenen anderen (Roma,gehandicapten, politieke tegenstanders) werden vermoord.  Verwoesting van gemeenschappen: Joodse gemeenschappen in Europa werdenbijna volledig vernietigd.Lange termijn:  Trauma en verlies: Overlevenden en hun families dragen blijvende psychologischeen emotionele schade.  Herdenkingen en educatie: De Holocaust heeft geleid tot wereldwijdeherdenkingen, musea en educatieve programma's om de herinnering levend tehouden en toekomstige genocides te voorkomen.

8. Het leven van Anne Frank tijdens haar onderduikingAnne Frank, een Joods meisje, dook onder met haar familie in het Achterhuis in Amsterdamvan juli 1942 tot augustus 1944. Ze leefden in constante angst voor ontdekking en deportatiedoor de nazi's. Anne schreef een dagboek over haar ervaringen, wat later wereldwijdberoemd werd.Verband met de Duitse achtervolging van Joden:  Onderduiking: Veel Joden, zoals Anne Frank en haar familie, moesten onderduikenom arrestatie en deportatie naar concentratiekampen te voorkomen.  Verraad en ontdekking: Ondanks hun inspanningen werden de Franks uiteindelijkverraden, gearresteerd en naar concentratiekampen gestuurd, waar Anne uiteindelijkstierf.Anne Frank's verhaal illustreert de persoonlijke en tragische impact van de Holocaust opindividuen en families.3 Oorlog buiten Europa

9. Japanse veroveringen voor en tijdens de Tweede WereldoorlogDoel: